In dit artikel van hansnl.nl ga ik wat verder in op een onderdeel van de recurveboog waar het nog heel vaak mis gaat. De pees voor de recurveboog en het afstellen daarvan. Zoals er in het middenstuk en alle aanverwante onderdelen zoals klikker, vizier, button, pijlensteun en tiller, van alles afgesteld moet worden is de pees zeker niet onbelangrijk in de afstelling van de recurveboog. Pezen voor de recurveboog bestaan grofweg gezegd uit een aantal draden die rond lopen, met een lus aan ieder einde. Het aantal draden kan verschillen van 8 draads tot wel 24 draads, i.v.m. het aantal ponden wat de boog trekt, de snelheid die gewenst, de lengte van de boog en niet onbelangrijk, wat voor pijlkeuze er is gemaakt. Wanneer je een foute keuze maakt kan het voorkomen dat je bijvoorbeeld behoefte krijgt aan sportmassage. Dit is zelf thuis te leren middels een thuisstudie of je kunt naar een sportcoach of fysiotherapeut gaan.
De juiste pees kiezen
Er zijn vele verschillende materialen waar de pees van vervaardigd word. Vroeger gebruikte men vlas, hennep, katoen, kapok, bamboe tot en met houtspaanders toe. Natuurlijk werden in oudheid ook dierlijke en menselijke productengebruikt, zoals dierpees, huid, darm, zijde, paardenhaar en zelfs vrouwenhaar. Op historische bogen worden dit soort pezen nog vaak gebruikt. Vandaag de dag wordt meestal een polyestervezel zoals Dacron, fastflight, kevlar of BCY450 gebruikt. Uitgangspunt is altijd dat er een lichte niet rekbare kunststofvezel gebruikt word. Er is ook een periode geweest midden jaren tachtig, waarbij Kevlar gebruikt werd om pezen te maken. Dit materiaal heeft de eigenschap om niet in lengte te veranderen maar had een nare eigenschap. Zonder dat je het aan kon zien komen, knapte die pezen wel eens, en dat kan hele nare gevolgen hebben voor middenstuk, latten, pijlen en nog erger de schutter zelf. Het is voor elke schutter weer anders, en het kan voor elk merk boog en pijlen anders zijn om het beste schot te verkrijgen. Vaak is gewoon testen de enigste manier om er achter te komen wat voor u het beste is. Grofweg kan met stellen dat hoe meer draden de pees heeft, hoe stiller de boog wordt. Maar hierdoor krijgt u ook minder “jacht” in de pijl. De boog wordt dus met dikkere pezen langzamer. Tegenwoordig zijn er nieuwe peesmaterialen die een verkeerd beeld kunnen geven. Sommige hele dunne draden kunnen door hun grote aantal toch een totaal dunnere pees opleveren. Dit kunt u het beste vragen aan uw leverancier, omdat de keuze enorm is.
Rekken van de pees
Het rekken van een pees kan vervelende gevolgen hebben, de lengte van de pees bepaald namelijk de peeshoogte. Dit is de afstand vanaf het diepste punt in de handgreep gemeten tot de pees. Gebruik hiervoor een bogenhaak. Bij elke verschillende lengte boog is een andere peeslengte nodig. Door de bank genomen mag je stellen dat de lengte van de boog gedeeld door drie de gewenste peeshoogte is. Dat wil zeggen dat bijvoorbeeld een boog van 70 inch gedeeld door 3 is 23,3 cm. peeshoogte moet hebben. Het rare is dat de booglengte in inch wordt gemeten en dat de uitkomst in cm is. Dus de peeshoogte moet 23,3 cm zijn bij een 70 inch boog. Ook hier kan mee gespeeld worden doormiddel van het aantal slagen torsie wat de pees nodig heeft. Een pees die zal rekken zal een afwijking gaan geven in het schot. Er zijn maar weining pezen die helemaal niet rekken dus controleer dit regelmatig.
Kleur van de pees
Je ziet ze in allerlei kleuren, van pimpelpaars en roze tot fel groen en alles wat daar tussenin zit. Ook een mix van verschillende kleuren zie je soms. Je moet er van houden denk ik dan maar. Voor uw schiettechniek kan het heel veel uitmaken. Als je bedenkt dat de aandacht altijd naar het doel moet zijn en in ons geval is dat normaliter het geel in het blazoen, dan zou zo’n felgekleurde pees wel eens de aandacht van het geel af kunnen leiden. Dan kan het nooit goed zijn voor het schot. Maar als men moeite heeft met uitlijnen tijdens het schot dan kan het weer een groot voordeel zijn. Handboogsporters die vaak buiten schieten zullen op hun beurt ook wel weer hun voorkeuren hebben. Het beste is om met een neutrale witte of zwart gekleurde pees te beginnen. Dan zit je nooit ver fout met je kleurkeuze.
Houd de boog vast
Wat heel erg belangrijk is, is het volgende. Als u met uw bogenhaak iets wilt controleren op uw recurveboog, zorg dan altijd dat de latten nooit iets raken. Dus meten terwijl de onderlat op de grond rust zal een verkeerde maat weergeven. Door het gewicht van de boog zal de lat iets doorbuigen wat een andere, dus verkeerde maat zal weergeven. Dat geld voor het meten van het nokkenpunt, peeshoogte en tiller.
De peeshoogte
Om de juiste peeshoogte te verkrijgen kan men dus het beste de pees een aantal draaiingen (torsie) geven. Want hoe meer torsie hoe korter de pees zal worden. Hier kan men niet eindeloos mee doorgaan. Zo rond de 20 slagen is ideaal. Is uw pees echt te lang en moeten er veel meer slagen torsie gedraaid worden om de juiste peeshoogte te verkrijgen dan doet men er verstandig aan om een kortere pees te nemen. Natuurlijk is een pees ook aan slijtage onderhevig en als regelmatig getraint word en wedstrijden worden bezocht dan is 1 keer per jaar vervangen geen overbodige luxe. De richting van de draaiing (torsie) is afhankelijk van de schutter, links of rechtshandig. De torsie moet zo gedraaid zijn dat tijdens de los de torsie ietwat verhoogd wordt. Is de torsie de verkeerde kant op gedraaid zal er een extra geluid worden toegevoegd aan de los en is het schot ook minder accuraat.
Pees moet in lijn liggen
De lussen van de pees worden gebruikt om aan de onder en bovenlat van de recurve boog te haken. Deze dienen onbeschadigd te zijn, hier komt namelijk nogal wat wrijving op de pees als gelost wordt. In beide latten van de boog ziitten vertikale sleufjes waarin de pees naar het midden loopt. Dit zorgt ervoor dat de pees niet zijdelinks naast de lat kan komen. Ook dit kan een belangrijk controlepunt van de boog opleveren. Als de boog wordt uitgetrokken in een strakke rechte lijn (zonder pijl) en de de pees laat men weer rustig terug keren naar de uitgangspositie, dan moet de pees in de onder en bovenlat precies midden in dat sleufje terecht komen. Is dit niet het geval dan zijn de latten niet in lijn gesteld, of de laten zijn niet goed. (Heel af en toe komt het voor dat een middenstuk niet recht is.) Als de pees niet mooi midden in het sleufje terecht komt klopt er iets niet, het schot zal een extra geluid opleveren tijdens de los en is voor het schot zeker niet goed. Controleer daarom regelmatig of de pees mooi in de sleufjes terrecht komt, zowel in onder als bovenlat.
De serving
In het midden van de pees zit de z.g. serving. Op dit gedeelte van de pees zit een omwikkeling van draad (meestal andere kleur dan de peesdraden) die er voor zorgt dat de pees iets dikker is in dat gedeelte en voorkomt slijtage aan de peesdraden tijdens het lossen. Ook hier worden weer verschillende materialen voor gebruikt maar meestal dezelfde soort draad als waar de lussen mee worden gemaakt. Verschillende draden die gebruikt worden zijn: Kevlar Nylon en andere moderne kunstoffen. De serving moet goed strak gespannen on de peesdraden zitten en het is verstandig om voor het draaien van de serving de pees alvast een aantal slagen torsie te geven zodat die niet geleidelijk aan onder de serving kruipen. De serving zit ietwat uit het midden van de pees omdat in Nederland vaak met twee vingers onder en een vinger boven de pijl geschoten wordt. Ook het raken van shirt of borstbescherming wordt hiermee voorkomen. Bij een juiste schiettechniek is de pees als de boog helemaal is uitgetrokken vrij van het lichaam. Helaas is dit bij veel schutters niet het geval. Volg direct een cursus in zwolle.
Het nokkenpunt
Op de serving worden de nokkenpunten gewonden of geklemd. Bij de z.g. oefenbogen die gebruikt worden bij verenigingen als er onervaren schutters moet worden geleerd te schieten gebruikt men vaak koperen ringetjes die om de serving geklemt worden met een tang. Dit kan heel goed voor dat doel worden gebruikt, maar wordt sterk afgeraden indien echt wedstrijden geschoten worden met de boog. De koperen ringetjes geven een flinke vertraging in de pees en hebben eigenlijk maar twee voordelen, ze zijn snel te plaatsen en nagenoeg onderhoudsvrij. Om de pees zo min mogelijk te belasten is het beter om de nokkenpunten te wikkelen of te knopen. Een aantal slagen met sterk garen of flosdraad is vaak voldoende om de pijl op de juiste manieer te kunnen nokken op de pees. De nokkenpunten moeten op juiste afstand van elkaar worden geplaatst en niet helemaal vast tegen de nok van de pijl zitten. Immers als men de pees uittrekt dan komt er een hoek in en zal de ruimte tussen de twee nokkenpunten ietsje kleiner worden zodat de pijl boven en onder wordt afgeklemt en dat is niet de boeling. 1 MM exta ruimte voor de nok verdeeld over boven en onder de nok is vaak al voldoende.
Hoogte nokkenpunt
De hoogte van het nokkenpunt t.o.v. de pijlensteun is heel erg afhankelijk van merk boog, ponden en schiettechniek, en keuze van de pijlen, maar als uitgangspunt mag je uitgaan van 5 mm hoger dan de pijlensteun. Dit wil zeggen dat de bovenkant van het onderste nokkenpunt 5 mm hoger zit dan de pijlensteun op het middenstuk. Hiervoor moet met een bogenhaak hebben om dit te kunnen controleren. De bogenhaak behoort tot de standaard uitrusting van een handboogsporter. Wat heel erg belangrijk is, is het volgende. Als u met uw bogenhaak iets wilt controleren op uw recurveboog, zorg dan altijd dat de latten nooit iets raken. Dus meten terwijl de onderlat op de grond rust zal een verkeerde maat weergeven. Door het gewicht van de boog zal de lat iets doorbuigen wat een andere, dus verkeerde maat zal weergeven. Dat geld voor het meten van het nokkenpunt, peeshoogte en tiller. Je hebt verschillende plekken in Nederland waar ze opleidingen aanbieden rondom dit specialisme.
Onderhoud pees
Het onderhoud van de pees kan je het beste doen door deze regelmatig te waxen. Gebruik hiervoor de juiste wax die bij uw handboogleverancier te koop is. Wrijf de pees in met wax en draai vervolgens een katoenen doen strak om de pees. Ga hiermee snel op en neer zodat warmte ontstaat. De wax zal smelten en tussen de peesdraden kruipen en op die manier is na afkoeling de pees een geheel. Dit heeft als voordeel dat tijdens de los de pees niet als losse draden uit elkaar vliegt en daarmee snelheid verliest. Het uit elkaar vliegen van de draden kan met het menselijk oog niet gezien worden, dus ga er niet van uit dat wat je niet ziet er ook niet is. Begint de serving of de lussen van de pees slijtage plekken te vertonen repareer dan de serving of de lussen. Bent u niet in staat dit zelf te doen vraag dan een collega handboogsporte die voor u te doen anders zult u de pees moeten vervangen.
Pezen, nokkenpunten, lussen en de serving zullen vaak op de meest onmogelijke momenten kapot gaan. Het is dan ook geen overbodige luxe om een reservepees tot uw beschikking te hebben die exact dezelfde eigenschappen en maten heeft dan de pees waar u mee schiet. Regelmatig wisselen van de twee pezen zal u gerust stellen en dat is weer goed voor uw zelfvertrouwen en dus uw score.